Waarom Iers?
Vanaf mijn jongvolwassenheid ben ik diep geïnteresseerd geraakt in het land Ierland en zijn bevolking. Ik heb er destijds een jaar gewoond, maar toen nog geen kennis gemaakt met de Ierse taal. Ik woonde in Noord-Ierland en daar werd en wordt vrijwel uitsluitend Engels gesproken.
In de atmosfeer van Ierland ervaar ik een bepaalde lichtheid; de zwaarte ontbreekt geheel en al. Ook ervaar ik slechts een dun gordijntje tussen de reële wereld en de wereld van de doden. Het
zijn lijkt wel het sleutelwoord voor het leven van de Ieren.
Bovenstaande ervaringen heb ik weerspiegeld gevonden in de taal, en in het gebruik ervan. Om een enkel voorbeeld te noemen: in vele talen bestaan de werkwoorden hebben en zijn. De vervoegingen van die werkwoorden leveren vrijwel altijd problemen op vanwege hun onregelmatigheid.
Het wonderlijke is dat er in het Iers geen werkwoord
hebben bestaat. Om toch aan te kunnen duiden dat men iets heeft, zegt de Ier:
Dit bord is bij mij. En deze regel geldt ook voor iets lekker vinden en voor houden van. De Ier zegt:
de koffie is goed met mij! in plaats van:
ik vind koffie lekker.
Ook is het fascinerend hoe er omgegaan wordt met hoeveelheden. Een leraar heeft zo en zo veel leerlingen; in het Iers zeg je dan:
mijn gedeelte leerlingen van alle leerlingen, die er maar in de wereld zijn.
Voor mij straalt de Ierse taal rust uit: een zijn in het moment zelf. Dit is voor mij bovendien de verbindende schakel met de rest van mijn werk: er naar toe werken dat een mens, eenvoudig, kan zijn in het ogenblik. Aanwezig zijn, ons niet laten wegtrekken, wegrukken van het wezenlijke beleven van het onmiddellijke moment.
Slán go fóill - tot gauw!